RAF WILLEMS: ROYAL SPORTING CLUB ANDERLECHT: DE BLINDENTRIBUNE VAN DE PAARSE PRINSEN VAN HET PARK

september 28, 2009

Ajax ontmoet op 1 oktober de Belgische vaandeldrager Anderlecht in het kader van de Europa League.

Green Park is een klassieke supporterskroeg aan de overkant van het stadion van Royal Sporting Club Anderlecht, de succesrijkste club van België. Een fotocollage van de 29 kampioenselftallen tussen 1947 en 2007 siert de muur. Een affiche ‘The Magic Years 1975-1978’ springt in het oog: rond het portret van Rob Rensenbrink kleven vijf inkomtickets van drie Europacupfinales voor Bekerwinnaars – West Ham, HSV, Austria Wenen – en van Europese Supercupzeges tegen Bayern München (Beckenbauer) en Liverpool (Dalglish).

Het café draait al een halve eeuw mee. Destijds stond de gevierde doelman Rie Meert sterke verhalen te vertellen achter de tapkraan. Over hoe Jef Mermans – de grondlegger van Anderlecht, 7 titels tussen 1947 en 1956 – hem in de lente van 1945 uit zijn ‘ton’ haalde om hem te vertellen dat de Tweede Wereldoorlog tot het verleden behoorde. Meert ontsnapte enkele keren op het nippertje aan het Duitse leger. Hij verborg zich in een onderaardse schuilplaats: een ton die met aarde was bedekt!

In de jaren zestig ontwierp Anderlecht de stijl van het huis: Académie Française, football champagne. Met de komst van de Franse trainer Pierre Sinibaldi koos men voor stijlrijk spel. ‘Mauve & Wit’ vertrok voor de meest briljante periode uit zijn beschaving. De jeugdschool van Anderlecht produceerde de beste generatie van het Belgisch voetbal. De Brusselse Ketjes Paul Van Himst, Jean Trappeniers, Jean Plaskie, Pierre Hanon, Jean Cornelis en Georges Heylens en Jef Jurion. Men prospecteerde over het hele land en plukte in Oostende – aan de zee – de stille, stilistische linksbuiten Wilfried Puis weg. Samen met de luidruchtige libero Lorenzo Verbiest, bon vivant met de allure van Beckenbauer. In de taalgrensstad Ronse strikte het de rumoerige Bomber Jacky Stockman en in het verre Limburgse Overpelt de stugge buitenmens met het snoeiharde schot Johan Devrindt. Anderlecht boorde ook buitenlandse bronnen aan. In de ex-kolonie haalde het de Congolees Kialunda. In de Nederlandse noordprovincie Groningen stak manager Albert Roosens zijn collega Roger Petit van Standard de loef af in de slag om de negentienjarige Jan Mulder.

De komst van Mulder beslechtte de krachtsverhoudingen in de jaren zestig in het voordeel van Anderlecht. Hij paste met zijn recht-op-doel-stijl nochtans niet volledig in de paarse promenades, die soms aan l’art pour l’art leden. De exploderende spits ontmantelde onbuigzame defensiegordels in het voordeel van Van Himst en hielp Anderlecht vaak over een dood punt heen.

Voetballend zorgde Mulder in Vlaanderen niet voor een trendbreuk, maatschappelijk wel. Mulder was de eerste exponent van Hollandse branie in Vlaanderen. Hij veroorzaakte een cultuurshock naast het veld. Hij morrelde aan de mentaliteit van de Vlaamse voetballer. “Hij was slimmer dan wij, zeurde over alles, durfde eisen stellen en ging nooit achteruit”, vertelde Paul Van Himst in het Nederlandse literaire voetbaltijdschrift Hard Gras.
De boerenjongen uit Winschoten werd in Brussel een mijnheertje met maniertjes. Hij reed met een in het oog springende witte MG-sportwagen, las altijd een boek, leerde sneller Frans dan zijn Vlaamse maats. Hij ging meteen op een appartement wonen en vertoefde vaak en graag in de Brusselse salons. Mulder was de Belgische voetballer van de sixties. Door zijn gedrag en visie op het leven. Niet in een keurslijf te stoppen.

Op het veld fantaseerde vooral Van Himst. Paul, de poëet. De prins van het park. Dé vertolker van de artistieke Anderlechtschool uit die tijd: traag, intuïtief, sierlijk. Hij kreeg een vrijgeleide van coach Pierre Sinibaldi. Frankrijk pakte brons op de wereldbeker van 1958 en trok de wellustige aanvalskaart.
Voor zijn spitsensysteem imiteerde Sinibaldi het Franse koningskoppel Raymond Kopa-Just Fontaine. Mulder ging, beukte en scoorde naar het voorbeeld van Fontaine. Van Himst profiteerde van Mulders graafwerk en demonstreerde Kopa-aanse klasse. Zes titels in de swinging sixties. Anderlecht werd een internationaal begrip.

Bij een typisch Brussels rood ‘Kriekbier’ denken we in het historische café Green Park even terug aan de glorieuze tijden van weleer. Terwijl belicht Peter Smeets het sociale departement van Anderlecht. De voormalige onderwijzer maakt als spelersbegeleider de jonge buitenlandse talenten wegwijs in het jachtige leven van de profclub. Onder zijn impuls opende men in het Constant Vanden Stockstadion in de lente van 2009 een blindentribune. Peter Smeets: ‘Dit was het gevolg van een samenwerking met Cécifoot Anderlecht, een organisatie die het voetbal voor slechtzienden promoot. Onze Zweedse oud-speler Pär Zetterberg nam het peterschap op zich. Intussen zorgen vier reporters bij elke thuiswedstrijd voor zogenaamde auditieve beschrijving. Vanuit de nok van de tribune leveren zij intens commentaar.’ De problematiek raakte bij Smeets een gevoelige snaar nadat hij met enkele collega’s een partijtje speelde tegen het ‘blindenteam’. Ze droegen een blinddoek en kregen 7-0 op hun donder van het geoliede team der ‘visueel gehandicapten’. Elke week verzorgt Cecifoot een training met opwarming, techniek, wedstrijd en een bellende bal en een zoemer aan de doelen. Na afloop vroeg men: ‘We zouden ne keer graag naar ne match komen kijken.’
Peter Smeets kon dat aanvankelijk niet vatten maar toch rinkelde een belletje. Hij sloot een contract met een gespecialiseerde firma voor zendapparatuur en koptelefoons en sindsdien begeleidt Cecifoot verschillende ‘slechtzienden’ tijdens de thuiswedstrijden van Anderlecht.
Peter Smeets: ‘De beleving van deze mensen is hartverwarmend. En ze hebben zin voor humor. Als het spektakel hen niet bevalt, dan roepen ze: er was niets te zien vandaag!’’
En daarna zakkend ze lachend af naar Green Park. Voor een rode Brusselse Kriek.

Laten de Ajacieden zich ook verleiden?

Plaats een reactie